De gezegende maagd Maria - De leer van de Rooms-katholieke Kerk
De gezegende maagd Maria was de moeder van Jezus Christus. Naast haar Bijbelse biografie bestaan er drie primaire doctrines die de Rooms-katholieke Kerk over Maria onderwijst: (1) De "Onbevlekte Ontvangenis", (2) Maria als mede-middelaar "co-mediatrix" naast Jezus Christus, en (3) De "Maria-Tenhemelopneming".
De gezegende maagd Maria - De leer van de Onbevlekte Ontvangenis
De leer van de "Onbevlekte Ontvangenis" stelt dat de gezegende maagd Maria zonder erfzonde werd geboren. Zij was een maagd toen ze in de kracht van de Heilige Geest zwanger werd van Christus. In 1854, vier jaar voor de Mariaverschijningen in Lourdes, definieerde Paus Pius IX het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Dit dogma stelde "dat de allerzaligste Maagd Maria in de eerste stand van haar Ontvangenis door een enige bijzondere genade en bevoorrechting van de almachtige God, om de wille van de verdiensten van Christus Jezus de Behouder van het mensdom, van alle smet van de erfschuld vrij is bewaard." De Bijbel leert ons dat alleen Jezus Christus, de laatste Adam, zonder erfzonde werd geboren en dat alle andere mannen en vrouwen geboren worden met een zondige natuur, die wordt geërfd van Adam (Romeinen 5:12).
Verder onderwijst de Rooms-katholieke Kerk dat Maria haar hele leven lang maagd bleef. En toch noemt Matteüs, een Jood die voor Joden schreef, Jezus "haar eerstgeboren zoon" (zie bijvoorbeeld de Statenvertaling, Matteüs 1:25), een uitdrukking die door Joden alleen werd gebruikt als er na het eerste kind nog andere kinderen werden geboren. Anders zou "enige zoon" zijn gebruikt. Schriftgeleerden geloven dat Matteüs zijn evangelie ongeveer 35 jaar na de wonderbaarlijke maagdelijke geboorte van Christus schreef. Matteüs had dus kunnen weten of Maria na Jezus wel of geen andere kinderen meer had. De Bijbel stelt uitdrukkelijk dat Jezus broers had en Matteüs geeft ons zelfs hun namen: "Maria is toch zijn moeder, en Jakobus en Josef en Simon en Judas, dat zijn toch zijn broers? En wonen zijn zusters niet allemaal bij ons?" (Matteüs 13:55-56). Rooms-katholieke Schriftgeleerden beweren dat Matteüs, Lucas en Paulus (1 Korintiërs 9:5) niet echt "broer" bedoelden toen zij het woord "broer" gebruikten, maar dat zij hiermee "neef" bedoelden. Dit standpunt is gebaseerd op het Griekse woord "adelphos", dat met "broer" of "neef" vertaald kan worden. Maar in een poging om de geldigheid van Zijn bediening in twijfel te trekken vergeleken de Joden Jezus met Zijn gewone broers; het zou veel minder overtuigend zijn geweest als Jezus met Zijn neven was vergeleken.
De gezegende maagd Maria - De leer van Maria als een mede-middelaar naast Jezus Christus
De meest verontrustende leer geeft de gezegende maagd Maria een rol als mede-middelaar ("co-mediatrix") naast Jezus Christus. Om met de woorden van Paus Johannes Paulus II te spreken: "In eenheid met Christus en in onderwerping aan Hem heeft zij samen met Hem de genade der verlossing voor de hele mensheid veilig gesteld... In Gods plan is Maria de 'vrouw'[zie Johannes 2:4 in de Statenvertaling, en Johannes 19:26], de Nieuwe Eva, verenigd met de Nieuwe Adam om de mensheid te herstellen tot haar oorspronkelijke waardigheid. Haar samenwerking met haar Zoon gaat door tot in de eeuwigheid in het universele moederschap, dat zij in de genadige rangorde vervult. Laten wij ons, in vertrouwen op deze moederlijke samenwerking, tot Maria wenden en in onze nood haar hulp vragen."
In de Schriftteksten kan geen basis worden gevonden voor het idee dat Maria een mede-middelaar zou zijn voor de kerk op aarde. De woorden van Christus waren op dit gebied ook erg duidelijk: "Jezus zei: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.'" (Johannes 14:6). De leer van Maria als mede-middelaar werd door een paus nooit "ex cathedra" (onder de mantel van onfeilbaarheid) uitgesproken. Er wordt op dit moment binnen de Katholieke Kerk enige druk uitgeoefend op de Heilige Stoel om een dergelijke verklaring op te stellen. Maar de verontwaardiging van de Protestanten zou de fundamenten van het Christendom over de hele wereld doen schudden. Het zou immers gelijk staan aan een Vaticaanse raketaanval op de oecumenische beweging.
De gezegende maagd Maria - De leer van de Maria-Tenhemelopneming
De "Maria-Tenhemelopneming" is een leer die stelt dat de gezegende maagd Maria lichamelijk en geestelijk naar de hemel werd opgenomen. Dit proces wordt in de Bijbel "opname" genoemd. De Schriftteksten bevatten hiervan twee bekende voorbeelden: Henoch (Hebreeën 11:5) en Elia (2 Koningen 2:11). Tijdens het Concilie van Chalcedon in 451 na Christus, toen bisschoppen vanuit het hele Middellandse Zeegebied in Constantinopel bijeen kwamen, vroeg keizer Marcianus de Patriarch van Jeruzalem om de relieken van Maria naar Constantinopel te brengen, zodat deze daar in het Capitool konden worden bijgezet. De Patriarch legde aan de keizer uit dat er in Jeruzalem geen relieken van Maria bestonden, dat "Maria in de aanwezigheid van de apostelen was gestorven, maar dat haar graf, toen dat later werd geopend... leeg werd aangetroffen en dus concludeerden de apostelen dat het lichaam naar de hemel was opgenomen." Er bestaat in de Schriftteksten geen bewijs om de toepassing van deze leer op Maria te ondersteunen of te ontkennen.
De gezegende maagd Maria - Zij is een model voor geloof, geen afgod
Wanneer de gezegende maagd Maria een grotere rol wordt toegekend dan een model voor ons geloof in God de Vader, dan begeven Rooms-katholieken zich op gevaarlijk theologisch territorium. De neiging om haar tot een soort Goddelijke positie te verheffen is verontrustend. Maria kan een model voor ons geloof zijn (net als Paulus of Petrus), maar zij is niet Goddelijk en kan ons ook niet redden. Alleen Jezus Christus is God en Hij is de Enige die de redding van de hele mensheid tot stand kan brengen. Het Woord van God is bijzonder duidelijk over dit onderwerp.
Copyright © 2002-2021 AllAboutReligion.org, Alle rechten voorbehouden