Geweld in de Bijbel
Geweld in de Bijbel - Hoe zit het met oorlogvoering?
In zekere zin begon de eerste oorlog in de hof van Eden. Daar luisterden Adam en Eva naar de leugens van de satan en tartten zij Gods duidelijke gebod (Genesis 3). Later vermoordde Eva’s oudste zoon zijn jongere broer. Sindsdien is de mensheid nooit opgehouden met oorlog voeren. Veel Oudtestamentische gelovigen, zowel koningen als profeten, namen deel aan oorlogen. Oorlog is op zijn best noodzakelijk vanwege de aanwezigheid van het kwaad. Zoals de Bijbel zegt: “Er is voor alle dingen een moment en voor alle dingen onder de hemel is een tijd... Er is een tijd om van iemand te houden en er is een tijd om iemand te haten. Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede” (Prediker 3:1,8).
Wanneer boosaardige mensen de onschuldigen pijn doen, moeten ze worden tegengehouden. Soms doet God dat Zelf, bijvoorbeeld met de zondvloed (Genesis 6-8) of de vernietiging van de steden Sodom en Gomorra (Genesis 18-19). Maar op andere momenten verwacht Hij dat mensen ingrijpen. Het is niet altijd gemakkelijk te bepalen wanneer en hoe dat dan zou moeten gebeuren.
In de tijden van het Oude Testament was het de bedoeling dat Israël een theocratie zou zijn; een volk dat door God Zelf geregeerd wordt. Hij wilde dat zij het enorme kwaad zouden verdrijven uit het land dat zij zouden gaan bevolken. Aanvankelijk betekende dat oorlog. Maar het was nooit Zijn bedoeling dat oorlog een voortdurende praktijk zou blijven. Zodra de reiniging van het land voltooid was, moest het strijdgewoel afnemen of verdwijnen. Later keerde Israël zich van God af en wilde een menselijke koning om over hen te heersen. Deze koningen vochten soms zoals God hen geboden had, maar meestal werden ze eenvoudig gemotiveerd door hun eigen dwaze gedachten.
Geweld in de Bijbel - Werd geweld door Jezus goedgekeurd?
Toen Jezus op aarde was, gebruikte Hij een zweep om de tempel in Jeruzalem te reinigen. Maar afgezien van dat voorval stond Hij afwijzend tegenover oorlogvoering en geweld. Het volgende vond plaats juist voordat Hij werd gedood:
“…Toen grepen de mannen Jezus. Eén van de leerlingen trok zijn zwaard. Hij raakte de slaaf van de hogepriester en hakte het oor van de man eraf. Maar Jezus zei tegen hem: ‘Doe je zwaard weg. Want mensen die geweld gebruiken, zullen door geweld sterven. Of denken jullie dat Ik mijn Vader niet om hulp kan vragen? Dan zou Hij Mij onmiddellijk wel twaalf legers engelen sturen om Mij te helpen. Maar hoe zou dan werkelijkheid kunnen worden wat er in de Boeken staat? Die zeggen dat het op deze manier moet gebeuren.’” (Matteüs 26:50-54).
Enkele uren later, toen Hij voor de Romeinse rechter stond die Hem uiteindelijk ter dood zou veroordelen, zei Jezus:
“Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden mijn dienaren voor Mij hebben gestreden. Dan hadden de Joden Mij niet gevangen kunnen nemen. Maar mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” (Johannes 18:36).
Johannes de Doper veroordeelde soldaten niet om hun werk (Lukas 3:14), en Jezus deed dat ook niet (Matteüs 8:5-13). De befaamde apostel Paulus droeg de volgelingen van Jezus op om het gezag te gehoorzamen; een onderdeel van de verantwoordelijkheid van de overheid is dat “zij het zwaard draagt” (Romeinen 13:1-7). Aan de andere kant staat er helemaal niets in het Nieuwe Testament over het gebruik van geweld om het koninkrijk van God uit te breiden. Het zwaard kan mensen wel onderwerpen, maar het kan geen harten veranderen.
Desondanks hebben sommige volgelingen van Jezus Zijn leer verkeerd toegepast en zijn ze ten strijde getrokken wanneer dat niet gerechtvaardigd was. Door de hele geschiedenis heen zijn er al mensen geweest (en niet alleen Christenen) die dachten dat God hen had geroepen om Zijn doelen met geweld te volbrengen. Dat zou ons niet moeten verbazen. Alle mogelijke politieke systemen zijn eveneens verantwoordelijk geweest voor oorlogen, dood en vernietiging, en enkele van de meest brute geweldplegers waren atheïsten. De verantwoordelijkheid voor moord en chaos ligt niet bij “godsdienst”, en al zeker niet bij Jezus, maar bij de moreel verdorven toestand van de mensheid. Jezus wil hier niets van weten. Zijn volgelingen die een andere mening waren toegedaan, zoals velen ten tijde van de Kruistochten, waren verward en misleid. Ze hadden het gewoon bij het verkeerde eind.
Leer meer!Met dank aan Scott Munger, PhD, Biblica. Alle rechten voorbehouden in het origineel.